Auteur: Imme Dros
Ilustrator: Harrie Geelen
Uitgeverij: Querido
Jaar: 2008
In het Boebos wonen de boeman met zijn
boevrouw en boebaby. Overal en altijd waren er geluiden te horen in en om hun
huis. De boevrouw schrikt zowat van alles en elke keer gilt ze anders. Daarom
besloot de boeman telkens boe te roepen, en dan roept de boevrouw gewoon boe
terug. De boeman moest een andere oplossing zoeken voor het boegeroep want het
weergalmde in de bibberbergen waardoor de andere mensen bang werden en
wegliepen. Daarom kocht hij een stel koeien (omdat deze dieren niet bang zijn
van het boe-geluid) en zo leefden ze nog lang en gelukkig.
Het boeboek is een boek voor de oudste kleuter. Doordat dit boek van de reeks boektoppers is,
is dit ook geen harde kaft. De vorm is rechthoekig. De kaft is heel speciaal
doordat de titel en de tekeningen door elkaar lopen. Als je het boek opendoet
is dit echter niet zo. Dan staan de prenten in een kader en staat de tekst heel
groot eronder geschreven. De prenten zijn verrassend doordat de personages
ingekleurd zijn met woorden, zinnen of letters. Dit maakt het boek origineel en
speciaal.
De donkere, regenachtige prenten maken de
sfeer griezelig. Dit past volledig in de sfeer van het boek. De tekeningen zijn
anders dan we gewoon zijn voor verhalen van kleuters. Daarom is de eerste
indruk een beetje vreemd. De illustrator heeft veel verschillende technieken
door elkaar gebruikt.
Er zijn 2 hoofdpersonages: de boeman en de
boevrouw. Er komen herkenbare gevoelens in voor zoals bang zijn, verdrietig
zijn, niet weten wat te doen, … dit sluit dan ook aan bij de leefwereld van de
kleuters. Het is een boek met een totaal nieuwe situatie en omgeving. Dit boek
is niet realistisch door de vele boe-woorden die aan bod komen. Er steekt wel
enige humor in op kleuterniveau. Dit boek moet zeker voorgelezen worden met
veel intonatie zodat de boodschap zeker tot zijn recht komt.
‘Het boeboek’ bevat veel geluiden. Enge
geluiden vooral. Er wordt niet alleen BOE geroepen. Je hoort ook spoken en de
wind die om het huis giert. Dit maakt dat je het boek echt samen kunt beleven.
Want terwijl iemand het aan je voorleest, kun jij al die geluiden laten horen.
Boe! Waf! Aaarch! Ssst… Boem!
Op twee plekken in het boek wordt een
gebruikte zin nog een keer herhaald. Eén keer in een stukje over de boeman: ‘En
een boeman, dat weet je, roept af en toe BOE. Een boeman roept af en toe
BOE.’ En één keer in een stukje over de boevrouw: ‘Want een boevrouw,
dat snap je, roept net zo goed BOE. Een boevrouw roept net zo goed
BOE.’ Het zijn belangrijke zinnen in het boek en die krijgen hierdoor wat
meer nadruk.
Er komen weinig dialogen aan bod. Het boek is
gemakkelijk om voor te lezen doordat het korte zinnen zijn en zoals al eerder
vermeld, veel geluiden in voorkomen.
De verwerkingsmogelijkheden van dit boek zijn
zeer uitgebreid. Alles in dit boek gaat rond, woorden, letters, zinnen,
kleuren, vormen, technieken, materialen, …
Je kan er zeer vele mee doen. Bv: huisjes
maken uit lucifers, tekening maken en inkleden met krantenpapier, … Het is een
boek om beeldend mee te werken.
Ik geef dit boek 7/10
Lynn Boccauw
1 BAKO WPL
Geen opmerkingen:
Een reactie posten