zondag 26 mei 2013

Een huis voor iedereen

Een huis voor iedereen

Auteur: Anne Liersch

Illustrator: Christa Unzner

Uitgever: De vier windstreken

Jaar: 1999

Doelgroep: oudste kleuters


1. Inhoud
Op een dag besluiten de dieren in het bos die goed bevriend zijn met elkaar een huis bouwen om de winter daar door te brengen. Alle dieren gaan daarmee akkoord en gaan de volgende dag aan de slag. Samen werken ze gezellig door. Na een tijdje komt das en vraagt of hij hen mag meehelpen. Hij zegt dat hij heel goed huizen kan bouwen. De das mag meehelpen van de andere dieren. Ze bouwen samen verder aan hun huis, maar das is toch niet zo gemakkelijk. Hij vind niks goed. Hij roept de hele tijd en commandeert de andere dieren. De andere dieren kunnen daar niet meer tegen en besluiten om toch alleen een huis te gaan bouwen. Voor hen maakt het helemaal niet uit of de dak scheef staat of niet. Tot slot bouwen ze beide huizen. De das bouwt een perfecte huis waar geen enkel houtenplank scheef staat. Toch is hij niet zo vrolijk, hij voelt zich eenzaam in vergelijking met de andere dieren die samen gezellig spelletjes spelen, kastanjes poffen, enz. Hij beseft wat hij gedaan heeft en maakt een slee om zich te laten vergeven.

2. Vorm
Het boek heeft een stevige kaft met een drukke prent.
De kaft toont duidelijk waarover het verhaal gaat.
De prenten sluiten zeker en vast aan de tekst. Op die manier wordt het verhaal extra ondersteund.
Daarbij scheppen de prenten een duidelijke sfeer. De illustrator heeft een duidelijke stijl. Hij tekent de prenten redelijk gedetailleerd. De kleuren geven een beeld van de verschillende seizoenen te aan bod komen.
De illustrator heeft eerder sombere kleuren gebruikt. De tekst en de prenten lopen niet door elkaar. De tekst staat telkens aan de kant waar er weinig of geen prent staat.

3. Taal
De taal in het boek is niet echt eenvoudig. De woordenschat is uitgebreid. De tekst is ook moeilijk voor de doelgroep. Het boek bevat redelijk veel tekst. De nieuwe woorden kunnen begrepen worden door de context. Ook de prenten ondersteunen het verhaal. Zo veel dialoog komt er niet in voor. In begin veel meer dan op het einde toe. Er is geen rijm en ook geen herhaling. De taalgebruik is niet altijd alledaags.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten