zaterdag 30 maart 2013

De allereerste zoen


Auteur en illustrator: Guido Van Genechten
Uitgeverij: Clavis
Jaar: 2013


Flamingo wou het absoluut weten. Wie gaf de allereerste zoen? Was die van de leeuwen, zebra’s, giraffen, ijsberen, olifanten, kamelen, herten of apen? Ieder dier had zijn eigen manier om zogenaamd te zoenen. Alle dieren deden iets verschillend, maar zoenen was het niet. Na lang zoeken is Flamingo dan toch uiteindelijk te weten gekomen wie de allereerste zoen gaf. 

Het boek is stevig en in de vorm van een vierkant.
De kleurrijke en vrolijke tekeningen van de kaft van het boek vallen onmiddellijk op. Door de grote, duidelijke prent spreekt het verhaal de keuters enorm aan. Wanneer je de tekst voorleest moet je de prent tonen anders weet de kleuter niet waarover er gesproken wordt. Hierdoor wordt er ook nieuwsgierigheid opgewekt.
Van zodra je de kaft ziet schep dit reeds een aangename band, het illustreert liefde, genegenheid, verbondenheid en gevoelens. De kaft verklapt het einde van het verhaal. Als je het boek ziet heb je onmiddellijk zin om het verhaal te leren kennen.

Het verhaal sluit aan aan de leefwereld van de kinderen. De dieren zijn heel herkenbare figuren voor hen. De allereerste zoen wekt veel fantasie op bij dieren want elk dier ziet een zoen voor iets anders. Daardoor worden veel reacties uitgelokt van de kinderen omdat zij meeleven in het verhaal, doordat de kleuters wel weten wat een zoen is.
De flamingo is de hoofdpersonage. Hij onderzoekt hoe alle dieren beweren hoe ze de allereerste kus gegeven hebben maar daaruit blijkt dat dit niet een kus was maar een gewone vorm van genegenheid. Het verhaal roept enige spanning op omdat ze uiteindelijk willen weten wie de allereerste zoen gaf.

De manier waarop het verhaal geschreven is, is heel typisch voor de schrijver Guido Van Genechten. Zijn boeken zijn heel herkenbaar, begrijpelijk en verrijkend in taal. Er zijn heel veel dialogen tussen verschillende dieren wat het aangenaam maakt. De dialogen komen echt over. Het is leuk dat ieder dier kan verteld worden met een herkenbare stem. Hij gebruikt veel woorden  die kenmerkend zijn aan het dier zoals: piepen, brommen, traag praten, … Je kan dit goed accentueren bij het voorlezen.

Je kan dit boek in oneindig veel thema’s verwerken. Je kan dit gebruiken bij: de zoo, de dieren, elkaar lief hebben, iedereen in verschillend, bij het godsdienstmomentje, moederdag, kleuren, …

Ik geef dit boek 9/10.

Lynn Boccauw
1 BAKO WPL

Geen opmerkingen:

Een reactie posten