zaterdag 30 maart 2013

Binkie is boos

Hallo iedereen

Hier ben ik weer. Mijn voorlaatste boek heet 'Binkie is boos' en is geschreven door Barbro Lindgren.

Binkie is de hoofdrolspeler van het verhaal. Hij is boos op zijn mama omdat ze heel wat werk moet verrichten en dus geen tijd heeft voor hem. Binkie zorgt ervoor dat mama haar taakjes uit de hand lopen door overal ‘een stokje tussen te steken’. Op het moment dat Binkie mama boos krijgt, gaat hij weg samen met zijn knuffelbeer Biggetje. Hij wil niet meer thuis wonen en gaat op zoek naar een andere woning. Tevergeefs moet hij terugkeren naar zijn eigen huis.

Het boek is middelgroot en rechthoekig van vorm. Het is een dun boekje met een opvallende kaft. Ze is helemaal oranje en in het midden staat Binkie afgebeeld. Aan de blik van Binkie kunnen de kleuters meteen zien hoe hij zich voelt, zonder dat de juf de titel hoeft te lezen.
De letters op de kaft van het boek hebben een andere vorm dan op de boeken die ik eerder las. Ze zijn omringd door een zwarte lijn en opgevuld met een gele kleur. Het zijn geen drukletters, waardoor ze meer krullen hebben dan de letters van op de andere boeken.



Bij het openen van het boek viel ook hier de eerste pagina op. Deze pagina is niet felgekleurd en er staan ook geen tekeningen op, maar ze is gewoon wit.
De tekeningen in het boek vind ik heel fijn afgewerkt. De illustrator gebruikt een dunne zwarte lijn om alle figuren van de prent te omlijnen. Op de tekeningen worden er ook heel wat details weergegeven zoals een doekje in de zak van Binkies mama’s schort.
Op één pagina na worden de tekst en de prenten van elkaar ‘losgerukt’. Er wordt overal een wit stuk voorzien waar de tekst dan op komt.
In het boek worden er heel wat groene en bruine tinten gebruikt. Dit zijn eerder wat sombere kleuren en zorgen ervoor dat het ‘boos zijn’ van Binkie goed overkomt.
Op de laatste prent wordt er dan wel meer kleur gebruikt. De mama heeft een oranje kleed aan. Dit toont aan dat het verhaal goed eindigt. Binkie is niet meer boos.
De kinderen kunnen zichzelf herkennen in het boek, waardoor het voor hen misschien gemakkelijker wordt om te praten over een situatie waarin zij zelf eens boos waren.

In het boek wordt er gebruik gemaakt van alledaagse taal. Er wordt zeker niet aan taalverrijking gedaan. Elk woord wordt begrepen door de kinderen waarvoor het boek is bedoeld.
Er worden vaak korte zinnen gebruikt in het boek.
Er wordt af en toe gebruikt gemaakt van uitdrukkingen (die de kinderen al begrijpen). Een voorbeeld hiervan : ‘Binkie schrikt zich rot.’.

Dit boek kan je vooral gebruiken bij het belangstellingscentrum ‘gevoelens’. De kinderen kunnen als slot van dit boek vertellen over eigen ervaringen. Ze vertellen over een situatie waarin zij zelf heel boos waren en hoe het opgelost werd.

Dit was een korte voorstelling van mijn voorlaatste boek. 

Marie-Lien Valcke 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten