woensdag 24 april 2013

Zaza speelt doktertje





Titel: Zaza speelt doktertje
Auteur & Illustrator: Mylo Freeman
Uitgeverij: Clavis
Jaar: 2010
 
Zaza is een meisje verschillende avonturen beleefd. In dit boek speelt ze doktertje met haar knuffels, ze onderzoekt hen. Op iedere pagina heeft 1 van haar 5 knuffels een ander 'probleem'. Ze onderzoekt hen op koorts, keelpijn, ... Mo, een van haar knuffels, heeft een schram. Zaza geeft hem dus een pleister. Maar daar zijn alle andere knuffels natuurlijk jaloers op, zij willen ook een pleister. Als alle knuffels een pleister hebben willen ze nog maar één iets om zich weer helemaal goed te vullen, een dikke kus van Zaza!
 
Dit boek heeft een duidelijk kaft in dezelfde stijl van de prenten in het boek. Ze zijn allemaal een pagina groot en hebben felle kleuren. Dit spreekt aan voor de jongste kleuters, voor wie dit boek bestemd is. De prenten zijn duidelijk omkaderd en hebben niet heel veel details wat ze erg duidelijk en begrijpbaar maakt.
De prenten zijn niet echt origineel of vernieuwend, maar spreken wel aan. Ze zullen reacties uitlokken omdat kinderen de situatie die op de prent voorkomt herkennen van een eerder doktersbezoek of omdat ze die situatie zelf al speelden met hun knuffels of met vriendjes.
 
De inhoud van het boek is simpel en duidelijk. Er is maar 1 hoofdpersonage, Zaza, en haar knuffels spelen de bijrollen. Zaza is voor de kleuters erg herkenbaar omdat het een kleine meisje is die dingen doet dat zij ook doen, hier doktertje spelen met haar knuffels en hen onderzoeken. Het is een verhaal die de kleuters zal aanzetten zelf in de poppenhoek doktertje te spelen en de poppen of elkaar te onderzoeken op problemen. Er kan in dit boek dus heel duidelijk gewerkt worden rond het thema 'ziek zijn' of 'naar de dokter'. 
 
De taal in het boek is simpel, zoals verwacht wordt in een boekje voor het eerste kleuter. Het sluit heel goed aan bij de prenten en verduidelijkt de prenten verder. De zinsbouw is zeer simpel en komt steeds terug. Er is veel herhaling omdat er steeds gesproken wordt over een andere 'ziekte' die een knuffel heeft en dit steeds op dezelfde manier.
 
Ik geef dit boek 7/10.

donderdag 18 april 2013


Auteur: Gil Cooper
Illustrator: Amy Barton
Vertaling: Ellen Hosmar/Vitataal
Uitgeverij: Veltman, Utrecht
Jaar: 2009

Het boek gaat over een uiltje die zich veilig voelt in hun boom bij mama en papa. Hij wil niet uitvliegen, is bang. Iedereen doet zijn best om uiltje zin te geven om uit te vliegen maar toch lukt het niet. Uiltje vind dat hij gewoon op de grond kan stappen bij zijn vriendjes rond de boom, tot op een dag hij op de grond zat en er opeens een kat verscheen, hij schrikte en vloog op. Zo is het uiltje toch beginnen vliegen.

Het boek heeft een stevige kaft en is aangepast aan de leeftijdsgroep, kleurrijk en met glitters. De prenten in het boek zijn heel kleurrijk, ze geven de echte kleuren van de natuur terug. Er zitten ook veel speciale effecten in zoals pop-ups en verrassingen. Heel leuk voor kleuters om op zoek te gaan. Hierdoor wordt het bekijken van het boek speelser en actiever. De effecten worden functioneel en aantrekkelijk gebruikt. 

Het formaat is een groter formaat, ideaal om voor een groep te vertellen. 

De prenten lopen door telkens op de 2 pagina’s, waarbij op 1 pagina tekst staat met afbeelding. De tekst staat in de afbeelding zelf, zwarte tekst.De prenten ondersteunen het verhaal. Ze prikkelen ook de fantasie. De prenten zijn geschilderd en zijn toch realistisch.

Het boek is geschikt voor de 2e kleuterklas. Je kan dit boek gebruikten bij het thema loslaten, durf.

Mag ik bij jou in bed?


Auteur: Chris Riddell
Illustrator: Chris Riddell
Vertaling: Rindert Kromhout
Uitgeverij: Van Goor, houten
Jaar: 2009

Het verhaal speelt zich af wanneer Joris gaat slapen. Zijn bed begon te beven en te schudden, tot er iemand vanonder zijn bed kwam. Meneer Van Onderen wou een plekje in Joris bed, het was niet zo fijn om op de grond te slapen. Maar toen Joris zijn oordopjes ging zoeken vond hij nog iemand en hij ging op zoek naar zijn kamerjas en kwam nog iemand tegen. Hij is dan op zoek gegaan in elke kast, elk gaatje, hij had geen idee van al die andere onverwachte gasten, die ook graag lekker willen slapen in zijn bed. Toen er geen plaats meer was in Joris bed, is Joris maar op de grond gaan slapen. Toen mama ’s morgens Joris kwam wakker maken zei ze, waarom slaap je op de grond: Joris zei: Dat vond ik eens lekkerder.

Het boek is groot van formaat, ideaal om te vertellen aan een groep. Het is ook een stevige kaft. Op de voorkant zie je al dat het over een fantasierijk verhaal gaat. 

Het boek heeft een groot lettertype, sommige woorden staan vetgedrukt en nog groter. De tekst staat wirwar op de prenten, hij staat soms scheef. De taal is simpel, maar de namen van de fantasie-dieren zijn wel moeilijk. De achtergrond is vooral wit en het verhaal speelt zich telkens af in de slaapkamer.

Dit boek behoort vooral bij een rijke fantasie, je kan het gebruiken bij het thema slapengaan. 

Het huis van Wiezewotje


Auteur: Guy Didelez
Illustrator: Frank Daenen
Uitgeverij: Clavis, Hasselt
Jaar: 2009

Het boek gaat over een elfje die verdwaald is, ze vliegt al uren rond en is heel moe. Ze zoekt een plaats om te rusten, want in het bos onder haar zijn er vele gevaren. Ze vind andere elfjes en een hotel, maar het is volzet. Ze gaat opnieuw op zoek, maar er is nergens plaats, ze gaat zelfs bij de toverelf. Ze vind een huisje, maar het huisje heeft geen dak en er komt storm op. Alle elfjes komen haar helpen om een dak te maken, zo is iedereen blij en vieren ze feest terwijl het buiten stormt. Nu heeft elfje Wiezewotje een eigen huisje.

Het is een fantasierijk boekje, het thema gastvrijheid, elkaar helpen komen hierin aan bod. Het is een groot boek zodat je het perfect kan voorlezen aan de klasgroep. 

Het boek is voor de oudste kleuters. 

De fantasie in het boek dient ervoor om de boodschap van het verhaal duidelijker te maken. De boodschap staat hierin centraal.

In het begin staat op de linkerkant de tekst op een witte achtergrond en links de prent, zolang het elfje op zoek is staat de tekst zo. Wanneer ze in het dorp terecht komt staat de tekst in de prent op een gekleurde achtergrond. De eerste letter staat telkens in het vet en groot. De achtergronden zijn telkens heel donker. De huisjes en de elfjes hebben dan lichtere kleuren. De tekst is simpel en begrijpbaar voor de oudste kleuters.

Ik wil het zelf doen!




Auteur: Tony Ross
Illustrator: Tony Ross
Vertaling: Renate Poper
Uitgeverij: Standaard, Antwerpen
Jaar: 2010

Het boek gaat over een kleine prinses die zelfstandig wil zijn. Ze beslist op een dag om te gaan kamperen, helemaal alleen. Iedereen wil haar helpen, de koning, koningin, generaal, admiraal, maar nee ze wil alles zelf doen. Wanneer ze bij de kampeerplaats is merkt ze al snel dat ze een paar dingen vergeten is. Maar terwijl ze iets gaat halen, leggen haar bedienden snel wat ze nodig heeft, een tent, tandenborstel, kussen, eten,... Zo is ze er zich helemaal niet bewust van dat ze dit eigenlijk allemaal vergeten was. Ze verveelde zich wel wat dus keert ze terug naar huis. Wauw, haar koffers zijn wel zwaarder dan dat ze gekomen was. Onderweg wil de tuinman haar helpen, maar ze zegt, Nee, ik wil het zelf doen! Bij de poort staat iedereen haar al op te wachten, ze vragen hoe het gegaan is, het was heerlijk, ik ben wel moe, maar...ik heb het allemaal zelf gedaan! Denkt ze dan toch!

Het boek heeft een vierkante vorm en heeft een stevige kaft. Het boek is vooral voor de 2e kleuterklas. De kls zullen zich hieraan herkennen, het ik-gedrag, ze willen alles zelf doen, terwijl ze nog niet alles kunnen natuurlijk. 

De tekeningen zijn vooral geschilderd met aquarelverf. Het zijn simpele tekeningen, alleen het belangrijkste staat afgebeeld zonder veel detail. De tekeningen staan telkens in een vierkant met daaronder de tekst.
Je kan dit boek gebruiken bij een thema waar de kls leren om alles zelf te doen, tanden poetsen,...

Honden doen niet aan ballet!



















Het boek gaat over een meisje en haar hond Roef, hij houdt niet van hondendingen maar wel van dansen en muziek. Roef voelt zich geen hond, wanneer zijn baasje ha
ar klaarmaakt voor de balletschool wil Roef mee. Hij droomt ervan om ballerina te worden. Maar de papa van het meisje zegt: Honden doen niet aan ballet! Dus Roef mag nooit mee, maar stiekem gaat hij overal mee, zijn baasje voelt dat ze achtervolgt wordt. Hij mag niet mee naar de balletles, niet mee naar het ballet. Op een dag is het baasje met haar papa naar een ballet gaan kijken. De danseres trippelt en draait en plots, poef, ze valt. Iedereen schrikt, maar iemand vindt dat het helemaal niet voorbij is. Roef gaat het podium op, heeft haar tutu aan en begint te dansen. Het publiek gelooft zijn ogen niet, als de muziek ophoudt, maakt de hond een buiginkje. Onzeker blijft hij op het podium staan en toch accepteren ze hem als danser. Iedereen begint te applaudisseren, papa zegt ook: Roef is echt een balletdanseres! Honden doen wel aan ballet!

Het boek is een vierkant en heeft een stevige kaft. De kaft stelt een theater voor met de hoofdpersonage in, het wekt nieuwsgierigheid op. Er komen veel kleuren voor in het boek, de illustraties zijn sfeerscheppend. De illustraties tonen meer dan de tekst, ze geven dus een meerwaarde. De illustraties zijn getekend en gekleurd met potloden.

Het thema gaat over anders zijn, vooral herkenbaar voor de oudere kleuters.  Er zijn vooral 2 hoofdpersonages de hond en zijn baasje. Er zijn identificatiemogelijkheden met het thema. Er is ook een happy end. Het is een heel leuk boek om te gebruiken bij thema dans, anders zijn.

Het verhaal wordt vertelt door het baasje van de hond. Er worden geen moeilijke woorden gebruikt. Er wordt veel met emotie en gevoel in het boek gespeeld. 

woensdag 10 april 2013

Ridder Rikki

Ridder Rikki
 
Auteur en illustrator: Guido Van Genechten
Uitgeverij: Clavis
Jaar: 2006
 
 
Rikki is een konijn dat graag aan een oude eik zit. Dit is dan ook zijn lievelingsplekje waar hij vaak ligt te dromen. Hij verzint er dat hij astronaut is of postbode,...
Maar vandaag is Rikki een ridder. Hij moet de gemene draken tegenhouden en vecht met zijn schild en zwaard. De draken worden opgesloten in zijn kelder, maar soms krijgt hij ook bezoek van Annibelle, voor haar maakt hij dan zoete wortelen. Maar Rikki moet ook werken hoor, want hij brengt geheime boodschappen rond. Ook heeft hij soms tijd om onderbaan even te rusten en doet dan zijn even zijn ogen toe. Maar plots hoort hij gegil. Ja hoor Rikki wordt wakker en gaat het kwaad bestrijden. Anni gilt omdat er een hond op haar springt. Rikki gaat Anni redden en samen spelen ze nog buiten.
 
Het boek heeft een stevige kaft en is rechthoekig in de lengte van format. De tekeningen zijn dan ook groot, ze zijn omringd door een kader op sommige bladzijden. Als de prent in een kader staat dan staat de tekst onderaan de pagina. Bij andere prenten die zich bevinden over 1 of 2 bladzijden staat de tekst op willekeurige plaatsen. De kleuren zijn wat afgewassen van de tekeningen en hebben ook vaak kotjes rond hen heen. Daarmee bedoel ik dat het soms lijkt alsof de kleur van de illustratie uitloopt. Het zijn vooral felle kleuren die in het boek voorkomen. Het is een bekende figuur voor de kinderen, ook bestaan er meer boeken over Rikki waardoor de kinderen het konijn misschien al kennen. Op de kaft zie je Rikki staan als ridder met een oranje (afgetrokken) achtergrond. Het boek trekt ook aan en je ziet ook dat ridder Rikki blij is. Je ziet dat de tekeningen een eigen stijl hebben.
 
Rikki is uiteraard de hoofdpersonage in dit boek. Rikki gaat dromen en beleefd vele momenten. Er komen ook gevoelens voor in het boek, zoals wanneer Anni bang is. Het boek zit zeer leuk in elkaar omdat het over een dagdroom gaat van Rikki. In het begin verteld Rikki ook dat hij over vele dingen droomt. Ook begint en eindigd het verhaal aan een oude eik, wat dus een herhaling is in het boek. Het kan realistisch opgevat worden, want je weet nooit dat er kinderen zulke dromen hebben. Maar de droom zelf is niet realistisch. Het wordt dan ook zo mooi uitgewerkt om aan te tonen dat dit een droom is en geen werkelijkheid. Dit maakt het boek ook zo aangenaam om te vertellen. Het verhaal is zeker iets dat voorkomt in de leefwereld van de kinderen. De kinderen gaan vaak ook zo ridder spelen in bepaalde thema's. Rikki is de held in het verhaal en dit is vooral duidelijk wanneer hij de draken verslaat en ook wanneer hij Anni redt van de hond. Het verhaal heeft een aangenaam en verrassend einde.
 
De tekst is zeker aangepast aan een oudere kleuter. Ook komen er nieuwe woorden in zoals een ros. Er wordt ook vaak uitgelegd wat ze met een ros bedoelen en zo leren de kinderen het woord kennen. Ook worden er vaak woorden gebruikt die niet vaak voorkomen in het dagelijks leven, zoals reuzensprongen. Het is ook leerrijk omdat ze het garnas overlopen van een ridder. Dus het boek is ook zeker informatief. De tekst is ook gelinkt aan de prenten. Alles wat in de tekst staat kan je teruvinden op de prenten. In het boek zit er een herhaling en dit telkens wanneer Rikki aan de oude eik ligt te dromen. Dit komt 3 keer voor in het verhaal maar is dan ook om duidelijk te maken dat het een droom is van Rikki. Er zitten af en toe dialogen in het verhaal, hier kan je dan verschillende stemmen op gaan gebruiken wat het verhaal aangenaam en verrassend maakt voor de kinderen.
 
Ik vind dit echt een goed boek, dit boek kan je ook in thema's gebruiken die je niet rap zou geven zoals dromen. Zelf ben ik een voorstander voor de boeken van Guido Van Genechten, ik vind dat hij aangename verhalen maakt om een kind te boeien.
Daarom geef ik dit boek een 8 op 10.



dinsdag 9 april 2013

Met opa in het donker

Met opa in het donker
 
Auteur: Stefan Boonen
Illustrator: Marja Meijer
Uitgeverij: Clavis
Jaar: 2011
 
De kinderen gaan een nacht logeren bij opa en oma. Maar oma moet weg en zo blijft opa alleen thuis met de kinderen. De kinderen willen nog lang niet slapen en stellen voor om buiten te spelen, maar daar is het al te laat voor en het is ook slecht weer buiten. Dus stellen de kinderen voor om verstoppertje te spelen en dat ziet opa wel nog zitten. Maar het wordt niet zomaar verstoppertje, ze doen het in het donker. Opa mag beginnen met zoeken en krijgt een zaklamp. De lichten gaan in het huis uit en de kinderen verstoppen zich. Dan komt opa daar en hij zoekt en zoekt en vind de kinderen. Opa vindt het net zoals in de wolf en de 7 geitjes. Dan mag opa zich verstoppen en gaan de kinderen hem zoeken, maar de kinderen vinden opa niet. Plots horen ze gegrom, ja hoor opa is in slaap gevallen in de kast. Nadien verteld opa hen nog een verhaaltje en kunnen de kinderen rustig slapen. Maar nee de kinderen willen helemaal niet alleen slapen en veroveren opa's bed. Zo komt oma thuis en vind opa op de zetel.
 
Dit boek vind ik zeker een aanrader, het is een super verhaal. De kinderen gaan ook altijd graag naar hun grootouders en dit boek kan dus in verschillende thema's aangebracht worden. Ook vind ik het super dat ze het hebben over dat je niet hoeft bang te zijn in het donker.
 
De kaft van het boek is stevig en heeft een rechthoekig formaat. Op de voorkant staat er een grote prent van opa die een verhaal aan het voorlezen is aan de kinderen in bed. De prent heeft veel details, dit komt ook omdat er veel personages op staan. De achtergrond is met allemaal kleine bloemen, dit maakt het dan ook druk. De achtergrond heeft wel iets realistisch mee van behangpapier die bij grootouders zou kunnen hangen. De prenten passen perfect bij de tekst, zoals wanneer ze vertellen dat opa in zijn haar krabt dan gebeurt dit ook en kunnen de kinderen dit zien. De tekst bevind zich telkens op een andere plaats van de bladzijde.Sommige prenten bevinden zich op 2 bladzijden en andere nemen maar 1 bladzijde in beslag, dat heeft variatie aan het boek. De kleur van de prenten is een beetje afgewassen, dit brengt ook een oudere sfeer. De figuren zijn zeer realistisch getekend waardoor het verhaal ook zoals in het dagelijks leven lijkt. Ook de grote van de illustraties zijn realistisch.

In het verhaal draait het vooral om opa die op de kinderen past. Op iedere prent komen de kinderen ook voor waardoor zij ook een grote rol in het boek spelen. Het boek stelt een verhaal vanuit het dagelijks leven voor. Ook kan dit de fantasie van de kinderen prikkelen. Vele kinderen zullen ook verhalen vertellen die zij al hebben meegemaakt met hun opa. Wanneer de opa telkens een wolf nadoet brengt dit wel wat spanning op. Het bang zijn komt wel af en toe voor in het boek, dit vooral wanneer het kleinste kind toch wil het licht aandoen. Maar de grote kinderen stellen het kind gerust en hier zie je dan ook dat ze sterk staan samen. Het verhaal bevat een perfecte lengte, het verhaal steekt niet tegen en blijft boeien tot het einde. Ook is er een duidelijke opbouw aanwezig in het verhaal, en het einde is ook wat onverwachts. Daarom maakt dit het boek zo speciaal.

De woorden die in het boek worden gebruikt zijn woorden van het dagelijks leven. Er komt ook vaak het geluid van een wolf in voor en dit kan dan weer leerrijk zijn voor bepaalde kinderen. In het verhaal linken ze ook naar de wolf en de 7 geitjes en dit verhaal zullen sommige kinderen al eens gehoort hebben wat het voor hen ook aangenaam maakt. Wat er gezegd wordt door de personages is telkens in een dialoog. Daar kan je dan verschillende stemmen op toepassen. Ook worden er leerrijke woorden gebruikt zoals in de kast kijken en onder tafel. In de tekst valt er geen herhaling tewijl de kinderen wel blijven zoeken, maar dit is telkens op andere plaatsen. Dit ook wanneer opa zich verstopt.

Ik raad dit boek zeker aan, je kan het ook bij verschillende thema's toepassen.
Daarom geef ik dit boek een 8 op 10
 


Sint met Fien en Milo

Sint met Fien en Milo


Auteur en illustrator: Pauline Oud
Uitgeverij: Clavis
Jaar: 2011



Fien en Milo staan te zwaaien met vlaggetjes. Wie zit er daar op het witte paard? Ja het is Sinterklaas!
Hij is terug in het land en daarom willen Fien en Milo zich ook verkleden als Sinterklaas en Zwarte Piet. Ze zoeken kleren uit om zich te verkleden. Maar zonder tekening kunnen ze toch niet naar Sinterklaas toe. Ze maken beiden nog een tekening voor het slapen gaan. Nu nog even vlug zoeken achter een toepasselijke schoen voor onze tekening in te stoppen en we kunnen gaan slapen. Maar voor we in bed kruipen doen we natuurlijk eerst onze pyjama aan en gaan we onze tanden poetsen. Wanneer Fien en Milo 's morgens opstaan zien ze dat Sinterklaas is langs geweest. Ze zijn beiden blij met wat ze gekregen hebben en gaan Sinterklaas terug uitzwaaien.

Dit boek heeft een stevige kaft en aantrekkelijke kleuren. Bepaalde kleuren zijn met speciale effecten uitgewerkt. Ook zie je dat de truien de structuur van een echte trui mee hebben. Doordat het felle kleuren zijn gaat dit boek direct aantrekken bij een kind. De prent is groot uitgebeeld en de kaft beschikt ook over weinig tekst. In het boek bevinden de prenten zich vaak op 1 bladzijde, maar het komt ook voor dat er prenten zijn over 2 bladzijden. Die sluiten dan uiteraard aan aan elkaar. Ook de tekst heeft geen vaste plaats in het boek. Soms bevind de tekst zich bovenaan de pagina en dan ook eens onderaan. Binnenin het boek begint en eindigt deze met liedjes en versjes die je kan toepassen bij het boek. Alle prenten waar er wol opstaat is afgebeeld met de echte structuur van wol, hiervoor hebben ze waarschijnlijk beroep gedaan op foto's. Dus heb je de getekende prenten gemengd met foto's. Dit is ook zeer realistisch voor een kind en trekt wel aan omdat dit opvallend is. Er is vaak een herhaling van de schikking van de prenten. Zoals wanneer Fien en Milo moeten kiezen wat ze zullen aandoen en met wat ze hun tekening zullen maken bevind het materiaal zich telkens bovenaan de bladzijde. Je merkt wel dat het een eigen stijl is van tekenen, deze zie je niet in veel prentenboeken. De prenten bevinden zich niet in een kader en nemen de ganse bladzijde in.

Het boek heeft als hoofdpersonages Fien en Milo. Maar deze doen alles voor Sinterklaas, dus Sinterklaas speelt een grote rol in het boek. Het is een realistisch verhaal en vele kinderen zullen zich er ook wel in vinden. Want wie maakt nu geen tekening voor Sinterklaas? 
Ook de omgeving is realistisch uitgebeeld op de prenten, de Sint komt met de stoomboot toe en daarvoor gaan Fien en Milo aan het water gaan staan. Dit ook voor de inrichting van het huis, het is winter en Fien en Milo plaatsen hun schoen aan de kachel die aan het branden is. Dit zijn allemaal kleine details die een kleuter wel nodig heeft in zijn ontwikkeling.Ook wordt er op de gevoelens gekeken, want Fien en Milo zijn blij dat Sinterklaas er is. Het einde is wel voorspelbaar omdat Sinterklaas terug vertrekt met de boot.

De woorden die gebruikt worden in het boek zijn aangepast aan de leeftijd, het boek is voor de jongste kleuters. Er zitten wel verrijkende woorden in zoals pepernoten, speculaas,...
De prenten sluiten ook aan aan de tekst. De kinderen kunnen telkens zien wat er zou gezegd worden als ze het boek alleen zouden inkijken. De woordkeuze is vooral vanuit het dagelijks leven van een kind. Er komen ook stukken in die je aansteken om te zingen. Wanneer Fien en Milo Sinterklaas staan uit te zwaaien zingen ze 'Dag Sinterklaasje'. Dit is dan ook aanstekelijk om dit lied te beginnen zingen. De liederen vind u vooraan of achteraan het boek. Wanneer Fien en Milo iets zeggen komt dit ook voor in een dialoog en kan je dan ook een stem gaan nadoen, dit vinden kinderen altijd fijn.

Ik vind dit een goed boek en geef deze een 7 op 10. 









Piep, het is Pasen!

Piep, het is Pasen!

Auteur en illustrator:  Liesbeth Slegers
Uitgeverij: Clavis
Jaar: 2005


Heel lang geleden was er een man en die heette Jezus. En als het Pasen is dan vieren wij feest omdat Jezus leeft. Ook is het dan lente en wordt het warmer en komen er blaadjes aan de bomen. Maar de dieren krijgen ook kleintjes, zo krijgt de kip ook kuikentjes. Heel ver weg woont de paashaas en die gaat ieder jaar eieren gaan halen bij de kip, de kip heeft toch genoeg eieren. De paashaas schildert de eieren en stopt ze samen met chocolade eieren in een tas. Dan gaat hij op pad om de eieren rond strooien. De dag nadien mogen de kinderen alle eieren zoeken en is het feest. Zo kan de paashaas na zijn werk terug in zijn huis gaan rusten.

Dit boek heeft een stevige kaft en is rechthoekig van formaat. op de kaft staat er een ei waar er een kuiken uitkomt. De achtergrond van de kaft is speciaal doordat deze geen effen kleur heeft. Het is een andere structuur, het ei en het kuiken is ook nog eens met een lichter kleur omringd. De prenten zijn zeer aantrekkelijk voor kinderen want deze beschikken over felle kleuren. Ook komt de textuur van kleur telkens terug, de speciale textuur trekt aan. De tekst bevind zich altijd op de linkerbladzijde in het boek en dit in een kader. Op de rechterbladzijde is er telkens een bijhorende prent.
De illustraties zijn goed van grootte, dit komt ook doordat het boek rechthoekig is. Het boek heeft een aparte sfeer en dit komt door de kleureffecten. Ook de prenten bevinden zich telkens in een kader waardoor dit een herhaling wordt. 

Het boek begint zeer informatief door een terugblik waarom wij Pasen vieren. Ook vermelden ze dat het dan lente is en wat er allemaal gebeurt tijdens de lente. Na het informatieve gedeelte wordt de paashaas de hoofdpersonage in het verhaal, want die maakt natuurlijk de eieren voor het feest. De figuren zijn heel herkenbaar getekend en het is ook realistisch van grootte. Daar bedoel ik mee dat de ouders en de omgeving dus echt wel groter zijn dan de kinderen. Je kan er vooral uithalen dat de kinderen blij zijn als het Pasen is. Iedereen is blij omdat het het feest van Jezus is en dat merk je ook aan de prenten en de tekst in het boek. Zelf vind ik het zeer positief dat er teruggeblikt wordt naar het feest van Jezus. Hier kunnen de kinderen nog eens weten waarom wij Pasen vieren. Het verhaal zal bekend voorkomen voor de kinderen, want de kinderen kennen het Paasfeest en de meeste kinderen kijken daar dan ook telkens naar uit. Dus het is helemaal geen nieuw verhaal of een nieuwe situatie voor de kinderen. Het verhaal is kort maar bondig, het bevat voldoende tekst om het te verstaan. 

De inhoud van de tekst is aangepast aan de leeftijd van een jonge kleuter. Het is eenvoudig en verstaanbaar. Er komen geen speciale woorden in voor en het bevat vooral dagelijkse woorden. Wel kunnen de kinderen er van bijleren omdat er in het begin wat informatieve tekst plaats vind. De plaats van de tekst is een herhaling want die komt telkens op dezelfde plaats met hetzelfde kleur en hetzelfde lettertype voor. 

Ik vind dit boek echt wel een aanrader, en dit omdat het ook informatief is. Het is een realistisch verhaal en heeft nog eens extra info aan de kinderen. Dit boek geef ik een 8 op 10 en zou ik vertellen aan de jonge kleuters.

Als u geïnteresseerd bent in het boek dan kan je het hier bestellen:

Veel succes ermee!






De wiebelbillenboogie

De wiebelbillenboogie

Auteur en illustrator: Guido Van Genechten
Uitgeverij: Clavis
Jaar: 2010


Dit boek heb ik leren kennen door een moni die het boek aan het voorlezen was op kamp. Ik vond het zeer indrukwekkend hoe de kinderen gefocust waren op het boek. De moni had er ook een CD bij en de kinderen bleven maar de ganse week door het liedje zingen.
Ik heb direct gaan vragen hoe het boek noemde en ben het dan ook zelf gaan halen. Ik vind het een heel aangenaam boek om te gebruiken bij kinderen!
Het verhaal gaat als volgt: als mama even weg moet zorgt papa voor ons. Dit is helemaal anders dan dat mama voor ons zorgt. Alles kan van papa, ze spelen indiaan en duiken in een bad vol schuim. Na het bad beginnen we te spelen in de badkamer...
Papa leert ons het wiebelbilleboogie lied aan en de kinderen vinden het fantastisch en ze dansen en zingen het allen samen. Maar plots komt mama thuis en het is natuurlijk een bende in huis. Maar ze kunnen het allemaal goed maken door eens te dansen en te zingen voor mama.
Het boek heeft een stevige kaft met 3 dansende olifanten op. De achtergrond van de prent wordt herhaald in het boek, het wekt nieuwsgierigheid op. De olifanten op de kaft zijn heel creatief en aantrekkelijk getekend. De titel bevind zich rechtsboven (is in het zwart op een blauw/witte achtergrond)en de prent is over de ganse grootte van de kaft. Ook op de achterzijde van de kaft bevind zich nog een kleine prent en staan er zwarte en blauwe letters op.
In het verhaal is er maar 1 hoofdpersonage en dit is de papa. de kinderen spelen ook een zeer grote rol in het boek. Het gaat erom dat de kinderen het fijn vinden als papa op hen past. De personages zijn olifanten en dit is een gekend dier voor de kinderen. Dit boek kan je zeker bij het thema vaderdag gebruiken en de kinderen gaan het ook vaak linken aan leuke momenten die ze al beleefd hebben met hun papa. Het is een heel creatief boek en dit ook omdat er een lied inkomt. Wanneer je het boek voorleest heb je ook de mogelijkheid om het lied aan te leren aan de kinderen en kan je dan ook samen met de kinderen dansen en zingen. Op het einde is er even spanning omdat mama thuiskomt en het huis vuil ligt. Maar het loopt allemaal goed af want ze zingen en dansen samen op het lied voor hun mama. Het verhaal is van lengte perfect, eerst ontdekken de olifanten andere dingen en nadien komt het nog allemaal inorde.
De tekst in het boek is heel beperkt op bepaalde bladzijden. Ook is het eenvoudige tekst er komen dus niet veel moeilijke woorden in. Er komen speciale woorden in zoals 'indianenbananen'. De tekst sluit telkens goed aan bij de prenten en er is weinig herhaling van tekst in het verhaal. Het meeste dat in het boek voorkomt van tekst is wel vanuit het dagelijks leven.
Het boek is voor jonge kleuters en past perfect bij vaderdag.
Ik vind dat dit boek wel een 8.5 op 10 verdiend van mij.
Het is zeker een aanrader!
Het boek kan je ook digitaal bekijken, zie hier een voorsmaakje:


De allerliefste knuffel van de hele wereld


Titel: De allerliefste knuffel van de hele wereld              
Auteur: Sarah Nash
Illustrator: Daniel Howarth
Uitgeverij: Parragon
Jaar: 2005

Het boek ‘ De allerliefste knuffel van de hele wereld’ gaat over een jong luipaardje dat even alleen is omdat mama op zoek is naar eten. Wanneer ze even wegblijft, mist hij haar en vooral haar knuffels. Het kleine luipaardje gaat op zoek naar knuffels bij de andere dieren, maar merkt dat niemand zo goed kan knuffelen als zijn mama.


De kaft van het boek is gemaakt van stevig karton. De bladeren in het boek zijn vervaardigd uit stevig papier. De kaft wekt nieuwsgierigheid op. Er zijn in dit boek geen speciale effecten aanwezig. De prenten sluiten goed aan bij het vertelde verhaal en vullen het zelf aan. De prenten zijn groot genoeg en geven mooi weer wat er geschreven staat. Op de prenten wordt de sfeer die woordelijk wordt weergegeven ook nog eens getekend weergegeven. De prenten stimuleren de fantasie en de nieuwsgierigheid. De illustrator toont aan ons een eigen stijl van tekenen. Hij schildert de prenten en gebruikt verschillende kleureffecten om volumes te bekomen. Er zijn geen duidelijke contouren aanwezig rondom de figuren in het boek. De tekst en de prenten lopen door elkaar.

Wat de inhoud betreft is er sprake van één hoofdpersonage: het kleine luipaard. De figuren die in het verhaal voorkomen zijn voor de kleuters herkenbaar. Het verhaal sluit goed aan bij de leefwereld van de kleuters omdat zij soms ook hun mama missen en alleen bij haar echte troost vinden. Ze zijn vaak blij als mama terug thuiskomt en hen een knuffel geeft. Het boek biedt voldoende identificatiemogelijkheden voor de kleuters, doordat er herkenbare figuren in voorkomen. Er komen ook gekende gevoelens in voor: blij en verdrietig. De fantasie die in het boek gebruikt wordt, is meer dan alleen een verpakking. Ze heeft een grotere waarde aan het verhaal. De kleuter kan zich herkennen in het kleine luipaard en kan vrienden, familie herkennen in de andere dieren naast de mama.

De taal die in het verhaal gebruikt wordt is aangepast aan de doelgroep vanaf 3-4 jarigen vind ik persoonlijk. De nieuwe woorden die in het boek voorkomen worden aan de hand van de prenten verduidelijkt. Er is veel herhaling van het woord knuffel. Ieder dier dat kleine luipaard tegenkomt vraagt of hij een knuffel wil. Het taalgebruik in het algemeen is alledaags en verstaanbaar.

Kwalitatieve beoordeling: ik geef dit boek een 7.5/10

Als ik blij ben...


Titel: Als ik blij ben…
Auteur: Trace Monorey
Illustrator: Trace Monorey
Uitgeverij: Veltman Uitgevers, Utrecht
Jaar: 2009

Het boek ‘Als ik blij ben…’ gaat over een konijntje dat jou duidelijk maakt dat je van allerlei dingen blij kan worden. Je kan blij worden van spelen met je vriendjes, iets lekkers, kijken naar de sterren, heel hard lachen, …


Als ik het heb over de vorm van het boek kan ik je zeggen dat het een stevige kaft heeft. De kaft wekt nieuwsgierigheid op en is fleurig. Dit boek bevat enkele speciale effecten: het hoofd van het konijn op de kaft is in een zachte stof gemaakt. Binnenin het boek is er een 3-D effect voelbaar bij de getekende figuren. De prenten ondersteunen het verhaal en zeggen zelf nog een beetje meer. De illustrator gebruikt een eigen stijl om de prenten te maken. Er wordt gebruik gemaakt van puntjes en lijntjes om de figuren op te vullen. Duidelijke contouren van de figuren zijn zichtbaar niet direct aanwezig, wel kan je de lijnen rondom de figuren voelen. De kleuren die gebruikt worden sluiten aan bij het verhaal en zorgen voor de juiste sfeer in het boek. De prenten zijn voldoende groot en de tekst loopt soms door de tekeningen.

Wat het inhoudelijke aspect betreft kan ik al zeggen dat het gaat om één hoofdpersonage: een konijn dat vertelt waarvan hij blij wordt. De figuren zijn voor de kleuters zeker en vast herkenbaar. De kleuters kunnen zich identificeren met de personages die in het verhaal voorkomen. Het verhaal sluit aan bij de leefwereld van de kleuters. Een van de basisemoties is blij en dit komt in het verhaal uitgebreid aan bod. Ook worden de andere basisemoties boos en verdrietig kort vermeld in het boek. De kleuters kunnen die emoties dus wel goed herkennen. Ik denk wel dat de kleuters reacties kunnen geven op het verhaal. doordat ze gevoelens kunnen herkennen en er herkenbare situaties voorkomen. In dit verhaal komt er weinig tot geen spanning in voor. Van een echte verhaallijn kan ook niet gesproken worden omdat het meer een informatief boek is voor de jongste kleuters over wat blij zijn is.

Op het vlak van taal vind ik dat de taal goed aangepast is aan de leeftijd van de jongste kleuters. Er komen geen dialogen voor in het boek. De nieuwe woorden die voorkomen worden duidelijk gemaakt aan de hand van de tekeningen. 
De boodschap die de auteur wil meegeven is dat er heel wat zaken zijn waarvan je blij kan worden en deze ook duidelijk maakt aan de kleuters.

Kwantitatieve beoordeling: ik geef dit boek een 8/10

Stanneke sneeuwmanneke: Misschien kunnen we delen


Titel: Stanneke sneeuwmanneke: Misschien kunnen we delen
Auteur: Guido van Genechten
Illustrator: Guido van Genechten
Uitgeverij: Clavis uitgeverij     
Jaar: 2011

Het boek ‘Stanneke sneeuwmanneke: misschien kunnen we delen’ gaat over een sneeuwman dat geen hoed heeft. Stanneke geeft zijn hoed in bruikleen aan de sneeuwman zonder hoed, maar krijgt die niet terug… Dan gaat hij te rade bij zijn vrienden.



Wat de vorm van het boek betreft kan ik zeggen dat het een stevige kaft heeft. De kaft zelf vind ik niet zo aantrekkelijk, ik bedoel hiermee dat het niet echt de nieuwsgierigheid opwekt bij mij. Er zijn geen speciale effecten op te merken. De prenten die in het boek voorkomen sluiten aan bij de tekst. Ze ondersteunen de tekst van het boek. De illustrator gebruikt een eigen stijl om de prentenweer te geven, ze zijn geschilderd. De koude van de sneeuw en de wind kan je goed herkennen op de tekeningen. De sfeer is dus met andere woorden goed weergegeven in de tekeningen. Er zijn geen duidelijke contouren aanwezig, de sneeuwmannen zelf zijn getekend zonder duidelijke omranding. De prenten zijn niet gedetailleerd, maar dat is zeker en vast geen minpunt. De illustraties lopen over één, soms zelf twee pagina’s en zijn dus voldoende groot.

Nu gaan we verder op het inhoudelijke aspect. Er is één echte hoofdpersonage aanwezig, Stanneke sneeuwmanneke. De figuren die in het verhaal meespelen zijn voor de kleuters herkenbare figuren. Het verhaal sluit aan bij de leefwereld van de kleuters. De kleuters kunnen zich identificeren met Stanneke of met één van de andere sneeuwmannen. Er zijn dus voldoende identificatiemogelijkheden voor de kleuters. de thema’s die aan bod komen in het boek zijn voor de kleuters ook belangrijke en gekende begrippen: delen en sneeuwmannen. Het deelthema delen kennen de kleuters wel, maar is soms nog moeilijk om in de praktijk om te zetten. Dit verhaal kan volgens mij een aanzet zijn tot het zelf gaan delen en andere helpen als er daar nood aan is. Het einde is mooi omdat iedereen eens een dag zonder muts loopt en merkt dat het eigenlijk niet zo erg is om eens te delen met je vrienden.

Op het vlak van taal kan ik vertellen dat de woordkeuze aangepast is aan de doelgroep van kleuters van eind tweede kleuter en een derde kleuter. De nieuwe woorden worden niet altijd even duidelijk weergegeven in de tekeningen. Er komen toch enkele dialogen aan te pas, wat soms wat verwarrend kan zijn voor de jongere kleuters denk ik. Het taalgebruik op zich is ok, doordat het alledaagse woorden zijn. Het boek heeft wel een mooie boodschap: als je kan delen, kan je veel mensen gelukkig maken.

Kwalitatieve beoordeling: ik geef dit boek een 6.5/10

Titel: Dries draak en het onweer               
Auteur: Laurence Bourguignon
Illustrator: Vincent Hardy
Uitgeverij: Altiora Averbode en Mijade         
Jaar: 2006

Het boek ‘Dries draak en het onweer’ gaat over een jonge draak Dries die net als zijn papa ook vuur wil kunnen spuwen. Maar daarvoor moet hij eerst een bliksem inslikken. Er is echter één probleem: Dries is bang van de bliksem en van het onweer.


Vormelijk valt het op dat het een stevig boek is. Het boek heeft een harde kaft.  Op de kaft staat de titel van het boek in grote letters bovenaan. De prent op de kaft is een afbeelding van Dries draak en een bliksemschicht. Het valt meteen op dat Dries bang is van de bliksem. Het boek wekt nieuwsgierigheid op. De illustraties maken de tekst duidelijk. Er wordt afgebeeld wat er geschreven staat. Aan de hand van de prenten alleen kan je de hoofdlijn van het verhaal begrijpen. Er zijn geen tot weinig details aan de prenten toegevoegd. De prentenscheppen een sfeer die bij het boek passen. Een beetje een donkere, sombere sfeer omdat Dries draak bang is van het onweer. Wanneer hij een vuur kan spuwen, is het een klare tekening en je merkt aan de tekening dat het om een vrolijk en blij moment gaat. Ze prentenzelf zijn telkens omlijnd met een fijn zwart lijntje. De figuren zijn dus een voor een afgebakend. Wel is het zo dat de tekst en de prentendoor elkaar lopen. De prentenzijn niet getekend in hokjes maar nemen soms zelf twee pagina’s in beslag.

Inhoudelijk is de thematiek voor de kleuters herkenbaar. Het gaat om de volgende thema’s: draken, onweer, groot worden, durven, papa. De kleuters kunnen zichzelf identificeren met Dries draak en herkennen zeker en vast ook de papafiguur. Het karakter van Dries is tamelijk goed uitgewerkt, vooral de angstige kant van het jonge draakje. Het verhaal op zich sluit zeker aan bij de belevingswereld van de kleuters omdat zij ook in hun omgeving bang zijn van zaken en moeten durven om hun angsten te overwinnen. De herkenbare gevoelens die aan bod komen zijn angst, verdriet en blijdschap. De fantasie binnen het verhaal is ruimer dan alleen de verpakking. De boodschap vind ik duidelijk. Het verhaal heeft een goede opbouw. In het begin wordt het probleem duidelijk gesteld, namelijk dat Dries wil vuur spuwen, net zoals zijn papa. In het midden gaat hij op zoek naar de bliksem en krijgt hij hulp van anderen. En op het einde denkt hij dat hij bliksem ziet, maar eigenlijk is het vuurwerk. Deze slikt hij in en nu kan hij ook vuurspuwen. Het einde is verrassend omdat er eigenlijk sprake is van een klein misverstand, maar het probleem dat zich in het begin stelde is nu wel opgelost.

De taal die gebruikt wordt in het boek is aangepast aan de leeftijd van de kleuters. Er is een evenwicht te vinden tussen begrijpelijke en verrijkende taal. De nieuwe woorden worden ook verduidelijkt aan de hand van de tekeningen.
Ik vind dit boek geschikt vanaf de tweede kleuterklas.
Het boek heeft een mooie boodschap: als je iets wil bereiken moet je soms ook eens je angsten overwinnen en dan lukt het je wel!

Kwalitatieve beoordeling: ik geef dit boek een 8/10


Mijn duiveltje


Titel: Mijn duiveltje              
Auteur: Thierry Robberecht
Illustrator: Philippe Goosens
Uitgeverij: Clavis Uitgeverij Hasselt                         
Jaar: 2011

Het boek ‘Mijn duiveltje’ gaat over een feetje dat op de feeënschool zit en altijd braaf is. Ze doet nooit iets wat niet mag en doet altijd wat van haar verwacht wordt. Maar op een dag doet Sabrina heel vervelend tegen haar en dan komt er plots een duiveltje naar boven bij het feetje. Ze haalt verschillende streken uit, maar steekt het op haar duiveltje…


Vormelijk valt de mooie, roze en stevige kaft meteen op. De titel staat in de linker bovenhoek van de kaft en het feetje staat centraal. De kaft wekt meteen nieuwsgierigheid op. Er staat een feetje op de kaft, maar wat heeft zij dan te maken met het duiveltje in de titel?
De illustraties zijn sfeerscheppend. De prenten vertellen net iets meer dan de tekst, waardoor het zeker een meerwaarde is voor het verhaal. Sommige prenten zijn grappig, doordat er letterlijk wordt weergegeven wat er geschreven staat. Bij de prenten zijn er niet overdreven veel details aangebracht, het zijn eenvoudige maar goede prenten. Het zijn eerder sprookjesachtige prenten. Ze scheppen een sprookjesachtige sfeer, wat past bij de tekst. Omkadering van de prenten is niet echt op te merken. Je ziet wel de contouren, maar de prentenzijn niet omringd met een duidelijke lijn, ze zijn eerder onopvallend aanwezig.

Wat het inhoudelijk aspect betreft, is de thematiek wel herkenbaar voor de kleuters. De meeste kleuters weten langs de ene kant wel dat ze braaf moeten zijn, maar langs de andere kant hangen ze ook graag eens de duivel uit. Het karakter van het hoofdpersonage is mooi en duidelijk uitgewerkt. Er is een duidelijk kader waarin het verhaal zich afspeelt, namelijk op de feeënschool. De dialogen die aan bod komen zijn ook duidelijk uitgewerkt. De bijhorende prenten maken alles duidelijker voor de kleuters vind ik. Het einde is ook verrassend. Langs de ene kant komt het feetje te weten dat ook de directricefee van de school een duiveltje heeft en zij dus niet de enige is die af en toe eens wat kattenkwaad wil uithalen, langs de andere kant zal ze terug haar best doen om braaf te zijn, maar mocht het toch eens mislopen zal ze de schuld op haar duiveltje steken.

De taal die gebruikt wordt in dit boek is aangepast aan de doelgroep. Het is een boek dat geschikt is voor kinderen vanaf vier jaar. Er is een evenwicht tussen begrijpelijke en verrijkende taal. De prenten maken ook veel duidelijk.
Kortom het boek Mijn duiveltje is een goed boek met een mooie boodschap: je moet leren om voor jezelf op te komen, maar op een gepaste manier.

Kwalitatieve beoordeling: ik geef dit boek een 7/10.

dinsdag 2 april 2013

Joppie verkleedt zich


Auteur en illustrator: Annemarie van der Heijden
Uitgeverij: Clavis
Jaar: 2010



Joppie is een kereltje die graag in een kist snuistert met allerlei verkleedkledij. Hij speelt samen met zijn hondje dat hij een clown, een spook, een treinconducteur, een brandweerman, een ridder en een piraat is. Maar van al dat verkleden worden ze heel erg moe. Ze vallen onmiddellijk in slaap.

Het is een boek voor de allerkleinsten. De bladzijden zijn van stevig dik papier, waardoor ze langer mooi blijven. Handig is ook dat het papier glad is, waardoor eventuele vlekken er weer redelijk makkelijk van af te krijgen is. De tekeningen sluiten aan bij de tekst, maar er komen weinig details aan te pas zodat de peuters niet te snel afgeleid zijn. Het hondje, de knuffel van Joppie komt op elke bladzijde voor. Het maakt de prenten aantrekkelijker. Peuters houden immers van dieren.

Dit boek is geen verhaal voor oudere keuters. Ze zouden zich snel gaan vervelen. Het is niet echt spannend of verrassend. Ik vind het eerder saai. Ik kan me wel inbeelden dat de jongste kleuters dit wel een leuk boek vinden omdat ze zichzelf goed in Joppie herkennen. Vele jonge kinderen verkleden zich graag. Tijdens het verkleden komt er ook veel fantasie aan te pas. Ze leven dan in hun eigen wereldje. Er is absoluut geen diepgang. Je kan het misschien een klein beetje spannend maken door het met heel veel intonatie en mimiek voor te lezen.

Wel vind ik het tof dat er telkens een bijbehorend geluid bij elke prent voorkomt, dit kun je perfect nabootsen bij de peuters. Dit vinden ze fantastisch. Bv: wanneer hij zich verkleedt in een spook roept hij heel hard BOE, wanneer hij treinconducteur is zegt hij: daar gaan we, Tsjoeke tsjoeke, … En telkens zijn deze ‘geluiden’ in het vetgedrukt. De woorden zijn heel eenvoudig en niet begrijpelijk of verrijkend.

Je kan dit boek gebruiken bij peuters die werken rond het thema: beroepen, verkleden, carnaval, spelen, kledij, …

Ik geef dit boek 5/10.

Lynn Boccauw
1 BAKO WPL