Pomelo groeit
Titel: Pomelo groeit Auteur: Ramona Bàdescu
Uitgeverij:
Lannoo Illustrator:
Benjamin Chaud
Jaar:
2011
Pomelo is een kleine olifant die op een dag gaat wandelen. Hij komt allerlei dieren tegen een neemt de maat van een mier. Hij merkt dat hij gegroeid is en is door het dolle heen. Hij heeft zin om grootse dingen te doen. Maar dan begint hij zich vragen te stellen zoals: ‘’Wat als alles niet even snel groeit?’’ of ‘’Hoe groei je vanbinnen als je vanbuiten groeit?’’. Pomelo zou heel graag weten hoe alles afloopt. Door zich zo veel af te vragen, beseft hij dat alles wel op zijn pootjes terechtkomt. Hij voelt zich klaar voor het grote avontuur.
1. VORM
Als je het boek
vasthoud voel je onmiddellijk dat het stevig is. Ook wekt de kaft, bij mij
althans, nieuwsgierigheid op. Op de kaft staat Pomelo met een heel erg lange
slurf. Dit wekte bij mij al enkele vraagjes op: ‘’Is Pomelo een olifant waarvan
enkel de slurf groeit?’’. In het boek zelf wordt gebruik gemaakt van speciale
effecten. Bij de zin: ‘’En hoe groei je vanbinnen als je vanbuiten groeit?’’
wordt Pomelo in profiel afgebeeld maar je ziet enkel de binnenkant. De
binnenkant wordt uitgebeeld als een mechanisch systeem met allerlei tandwielen
en pompen. Dit vind ik al een heel speciaal effect. Ook worden de zinnen leuk
voorgesteld. Soms staan de letters los van elkaar en één zin wordt door Pomelo
zelf (met zijn slurf) geschreven in een soort schoonschrift. Deze voorbeelden
bewijzen dat de prenten aansluiten bij de tekst en dat ze het verhaal
ondersteunen. De prenten scheppen zeker een bepaalde sfeer, want Pomelo heeft –
ondanks hij getekend is – een heel erg goede mimiek. Hierdoor zijn de prenten
ook verassend en kan je je goed inleven in het verhaal en Pomelo’s gevoelens.
De illustrator heeft een erg originele stijl, erg aangenaam om te bekijken.
Geen enkel kleur is fel, alle kleuren worden zacht uitgedrukt. Dit weerspiegelt
het eigenlijke verhaal, het is wat dromerig. Pomelo stelt zich vele vragen, het
is erg luchtig en ik vind dat zachte kleuren hierbij passen.
2. INHOUD
Er is maar een
hoofdpersonage: Pomelo. Er komen andere dieren voor in het boek, maar deze
hebben geen tekst. Alle figuren zijn gedetailleerd getekend en hierdoor erg
herkenbaar voor kinderen. Mijn eigen mening over het verhaal is dat het
misschien niet aansluit bij de directe leefwereld van de jongste kleuters. Het
verhaal is heel leuk gemaakt en goed uitgelegd, maar ik denk dat de jongste
kleuters er niet onmiddellijk bij stilstaan hoe het leven in elkaar zit. De
oudere kleuters al meer, zij zullen zich ook gaan afvragen hoe je groeit. Ik
vind dus dat het verhaal een kans geeft tot het verbreden van de leefwereld.
Als kleuters dit verhaal horen, zullen ze volgens mij veel meer gaan nadenken
hoe ze zelf in elkaar zitten en hoe ze groeien. Het verhaal bezit erg veel
diepgang, het is zelfs een beetje moeilijk maar het is zodanig goed uitgelegd
dat het verstaanbaar is voor de oudere kleuters. In het verhaal komt zeker
humor aan bod, vooral bij de illustraties. Op een gegeven moment wordt Pomelo
voorgesteld met een hele lange poot of een super groot oor omdat hij zich
afvraagt of alles even snel groeit. De afbeeldingen bezitten dus enige humor,
zeker voor kleuters.
3. TAAL
De woordkeuze is goed
gekozen voor oudere kleuters. Het zijn niet de woorden op zich die te moeilijk
zijn voor de jongste kleuters, maar de zinsbouw. De zinnen zijn erg diepgaand.
Nieuwe woorden, zoals ‘voegen’ worden begrepen door de illustraties. Want de
voegen van Pomelo worden in het groot afgebeeld met de tekst vlak ernaast. Er
komen geen dialogen voor in het verhaal, ook praat Pomelo niet zelf. Er wordt
gebruik gemaakt van een auctoriële verteller. Het taalgebruik is eerder
origineel, bijvoorbeeld: ‘’Maar, is hij al te groot voor deze wereld? En … Moet
hij niet half groot zijn om echt groot te worden? Is hij dan half half, half
groot, groot half of gewoon half?’’ Er wordt dus echt gebruik gemaakt van
origineel taalgebruik.
4.
VERWERKINGSMOGELIJKHEDEN:
Een leuke
verwerkingsopdracht, die wel een heel jaar in beslag neemt, is elke dag een
foto nemen van elk kind. Op het einde van het jaar kan je dan nog eens het boek
erbij halen en vragen aan de kinderen waarover het ging. Je kan een filmpje
maken van alle foto’s door deze na elkaar te plaatsen en te versnellen. Zo zien
de kinderen hoe ze doorheen het jaar groeien. Een andere opdracht is een grote
olifant van papier marche maken waar je eventueel kan inkruipen, als hoek om te
ontspannen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten